
Kegelstatt
Beschrijving
Zondagmiddagconcerten Valerius ensemble al bijna 35 jaar vast onderdeel kamermuziekprogramma
De compositie van Max Bruch is een heerlijk melodieus, laat romantisch kamermuziekwerk
Het Valerius Ensemble brengt zondag 23 april in de Kleine Zaal van het Muziekcentrum drie trio’s voor klarinet, altviool en piano. Het gaat om werk van Mozart (Kegelstatt) Robert Schumann en Max Bruch.
Bij de eerste uitvoering in 1786 van zijn trio voor klarinet, altviool en piano speelde Wolfgang Amadeus Mozart zélf de alt-partij. Het werk kreeg zijn bijzondere titel omdat de overlevering wil dat de componist het schreef na een avondje op de kegelbaan.
Het was het eerste kamermuziekwerk van Mozart waarin de klarinet centraal stond. Maar omdat de klarinet op dat moment bij goede amateurmusici nog niet zo populair was als de viool, liet Mozart het trio met het oog op de verkoopcijfers publiceren met een keuzemogelijkheid: klarinet òf viool.
Robert Schumann liet zich voor zijn kleine suite Märchenerzählungen op zijn beurt inspireren door de instrumentatie van Mozarts Kegelstatt Trio. Het zou een van zijn allerlaatste composities worden voor hij op 27 februari 1854 in de Rijn sprong en werd opgenomen in een kliniek in Endenich.
De compositie ontstond in oktober 1853 naar aanleiding van een bezoek van de violist Joseph Joachim en de 24-jarige Johannes Brahms. Die probeerden de inmiddels zwaar depressieve Schumann wat op te vrolijken en het resultaat was dit vierdelige werk. Ondanks de titel verbeelden de delen geen concrete sprookjes. Het was Schumann vooral te doen om het fantastische dat uit elk van de delen spreekt.
Max Bruch componeerde zijn acht romantische miniaturen in 1908 voor zijn zoon Max Felix, die een uitmuntend klarinettist was. Oorspronkelijk waren drie van de acht stukken bedoeld om uit te voeren als kwartet, want Bruch had nog een harp in gedachten.
Na een eerste uitvoering bleek die harp eigenlijk niet zo goed aan te sluiten bij de overige klanken van het ensemble en toen de bundel met acht composities in 1910 verscheen, was van een harp geen sprake meer. De klank van dat instrument is overigens nog wel herkenbaar in de delen 3, 5 en 6 van dit heerlijk melodieuze, laat romantische kamermuziekwerk.