“De reuk, de reuk alleen is genoeg voor ons beesten!”, declameerde Marinetti al in zijn allereerste manifest. De blik had voor hem afgedaan als iets wat feilbaar is en niet alleen in het dagelijks leven maar ook in kunst. De Futuristen begeurden speelgoed, theatervoorstellingen, films en sculpturen. Ze deelden verder de maatschappij in klassegerelateerde luchten en dachten na over de geuren van de toekomst.

De reuk is een ondergeschoven kindje onder de zintuigen, ondanks het enorme belang ervan. Door het onderzoek van Verbeek is duidelijk geworden dat dit zintuig desalniettemin een essentiele positie heeft ingenomen in de historische avant-garde.

Tijdens deze lezing horen we niet alleen meer over de vele geurige (en dus vervlogen) kunstwerken en ideeen van de Futuristen over de reuk. Sommige van deze geuren – die ook ten reuke zijn gebracht op de tentoonstelling in Rijksmuseum Twenthe – zullen ook voor de neus toegankelijk worden gemaakt. Want tal noch beeld kan dit vervlogen erfgoed substitueren.